Het begon met een onverwachts bezoek van mijn nicht, Brianna, op het werk. Ik was bijna klaar dus wachtte ze even en besloten we wat samen te chillen in de stad.
Na wat omwegen kwamen we terecht bij de Gadri, aan de Zeelandiaweg bij de Surinamerivier.
Al meer dan tien jaar bestaat dit eethuis. Eerst heette het Mixed Foods en sinds vier jaar de Gadri, een hele goede verbetering!
Zelf had het mij nooit getrokken er heen te gaan toen het de oude naam had. De nieuwe naam wel. Het gaf me namelijk het gevoel dat ik er echt Surinaams zou kunnen eten en dat bleek te kloppen als een bus.
We werden te woord gestaan door Jo-Anne, het nichtje van de eigenaresse. Zij werkte samen met Ruben, uit Venezuela, die Engels sprak. Hij stond ons vriendelijk te woord en beaamde uit volle borst dat het eten echt goed was en toen we vroegen wie de kok was, gaf hij vriendelijk antwoord maar helaas begrepen we het niet helemaal door zijn, toch wel sexy, accent.
We besloten eerst te eten en dan verder vragen te stellen aan Jo-Anne die Nederlands sprak.
Als drankje namen we een pomme-de-cythere-sap, merk Djoez. Er zijn vele sapproducenten in Suriname waarvan Koropina de bekendste is maar Djoez kreeg van ons de eerste plaats.
Het sap was groen en smaakte echt naar de vrucht, mede doordat er ook echt pomme-de-cythere-pulp in zat, heerlijk!
De Gadri heeft een wisselend dagmenu en enkele vaste specialiteiten.
We namen beiden een okersoep, voor 14 SRD, en omdat ik die dag alleen maar wat brood op had, bestelde ik ook nog een kleine Moksi Alesi voor 15 SRD. Moksi Alesi is een populair gerecht dat ik altijd vergelijk met paella. Het betrof hier ook nog eens een bakkeljauw-Moksi-Alesi met stukjes zoutvlees, surf en turf dus!
We waren aangenaam verrast door de okersoep.
Deze was goed gevuld met flink wat stukjes kip, tayerblad, antroewa en okers natuurlijk! Brianna zei meteen na de eerste hap dat het net zo smaakte als wanneer haar moeder het maakte. In Suriname is dat het grootste compliment voor een kok!
Voor mij was de soep een goede appetizer want ik kreeg er nog meer trek van. Helaas moest ik net iets te lang wachten op mijn volgende gerecht maar ach, na zo een heerlijke soep kon het niet anders dan dat het lange wachten goed zou worden beloond. Ik kreeg geen ongelijk.
Ruben bracht ons de Moksi Alesi(letterlijk: gemengde rijst). Ik stoorde mij enigszins aan het feit dat ze er met vierkante dienbladen werkten en deze ook met twee handen vasthielden. Professioneel komt het niet over maar ik ga er vanuit dat het onderdeel is van het concept, gezien de naam Gadri een koloniale 'feel' heeft en men dat in die tijd ook zo deed.
Bij het zien van mijn kleine portie schrok ik en vergat ik wat mij stoorde. Wat een enorm bord! Ruben lachte hartelijk om onze reactie.
Ook hier was het weer genieten. Wat een smaken. Bakkeljauw niet zout maar wel smaakvol, zoutvlees niet zout maar wel mals. Er zat een lekker stuk kip bovenop dat wel iets te droog is maar hey, alle smaken die ik kende van vroeger zaten erin dus who cares!! Neusje van de zalm..sorry, neusje van de bakkeljauw was voor mij de antroewa die erbij zat. Deze was gekonfijt. Antroewa is een ronde, bittere zus van de aubergine maar op deze manier bereid, was voor mij echt de eerste keer, was het bittere subtiel aanwezig. Ik heb hier echt van zitten genieten! Meer meer meer meer!!!!!!
Na te hebben uitgebuikt besloten we binnen wat informatie op te vragen. Jo-Anne was wat huiverig hiervoor. Toen we vroegen naar de naam van haar mannelijke collega gilde ze 'Ruuuuben, can i tell them ...' En toen barstte ze in lachen uit. Wij ook!
Van haar hoorden we dat de kok Fernon heette maar ze vertelde liever niet meer omdat ze niet zeker wist of deze het op prijs zou stellen. Ook niet toen we aangaven dat hij echt niks had om zich voor te schamen! Niets dan lof van ons namelijk!
De Gadri is zes dagen in de week open.
Maandag tot en met vrijdag van 08:00-22:00,
zaterdags van 11:00-22:00,
zondags gesloten.
Het uitzicht is er prachtig, je kijkt uit over de Suriname rivier en de Bosjebrug.
De bediening is correct en vriendelijk als je wat langer met ze praat. Je kan er ook afhalen, waarschijnlijk zorgde dat voor het 'zwarte gat' tussen mijn twee gerechten want mensen liepen af en aan!
Qua interieur, terras en sfeer valt er nog winst te behalen maar in principe vinden Surinamers dat niet erg zolang het eten maar voortreffelijk is en dat is het zeker!!!
Wie weet kan sponsor Parbo Bier wel investeren in leuker meubilair dan die verschrikkelijke rode stoelen die ze door heel de stad hebben staan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten