Al een paar keer bezocht, gewoon om te zitten en te genieten van het volledig uit hout opgetrokken interieur, de grote openstaande ramen, het briesje en vooral de rust.
Gelovig ben ik niet, wel RK gedoopt. Op een dag dat er al kinderen werden gedoopt, dachten mijn ouders 'Laten we het maar doen, je weet maar nooit..' Dat ze mij dit vertelden, heeft me altijd een soort extra durf gegeven. Het is die vrijheid, het gemak, dat 'ach, waarom niet'.
Ik heb door de jaren heen mijn eigen concept van geloven gemaakt waarbij ik mezelf de vrijheid geef elk gebedshuis te gebruiken ter contemplatie, meditatie en zelf-evaluatie. Ik heb dus de vrijheid om te schakelen tussen de vele manieren van contact maken met de bron, soms gewoon lopend door de stad.
Meestal, bij een bezoek aan een gebedshuis, ga ik achterin zitten. In mezelf giechelend dat ik 'een heiden of een zondaar ben in een huis van God'. Dat is het moment waarop het ego zich even mag uitleven. Dan stap ik uit mezelf en kijk van een afstand naar die man die daar zit.
Een litteken op zijn achterhoofd, met een rare Charpeibult, vage tattoos op zijn armen, T-shirt en geen overhemd, baard met grijze haren, bril met zwart montuur. Rust....
Dat zelf-aanschouwend moment was van korte duur want het koor zorgde voor volledige openstelling en overgave. Niet aan God, voordat ik juichende berichten krijg van geloofsfetisjisten('eindelijk, Christio'), nee, ik gaf me over aan de zang, aan het genot.
Gisteren was dat mijn rustmoment van de week. Ik was verheugd door de zang op niveau. Er was een solo die mij kippenvel bezorgde. En zelfs mijn snaarmuziekfetisj werd aangewakkerd, door een vioolsolo die veel te snel voorbij was. Blauwe ballen kort was het.
Ach, alles wat lekker is, is meestal maar een vinger lang. Dit waren er twee, die de juiste plekken raakten, kleine elektrische schokken door het lichaam sturend... Ik zeg je: blauwe ballen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten